‘Wij van WC eend…’ Part 3: ‘Give me back my sorrows’

Even dit:

Komt een man bij de dokter… Moeilijk moeilijk… Lang verhaal kort:

– Dokter, wat is er mis met mij?

– Ik heb goed nieuws en ik heb slecht nieuws. Wat wilt u het eerst horen?

– Eerst het slechte nieuws maar.

– U lijdt aan bindingsangst. Het is even niet anders

– En het goede nieuws??

– U heeft ook verlatingsangst, maar daar lijdt u niet onder vanwege het eerste.

Nou even serieus… Ik ben een man van ‘een zekere leeftijd’… Wat behalve veel moois ook inhoudt dat de beitsende werking van al dat dagelijkse klein leed over de jaren genomen nu wel z’n tol gaat eisen… Tel daarbij op al die in schoonheid gestorven dromen. Plus nog een wereld van frustraties van allerlei aard. Kortom gaandeweg solliciteer je ernaar om een ouwe lul te worden.

Grappig dat daar omheen er ook een wereld is gebouwd die daar voortdurend allerlei oplossingen voor aandraagt, van middeltjes om je teruglopende haargrens een halt toe te roepen, tot een polis om tegenvallende ontwikkelingen op de beurs op te vangen…

Wonderlijk is wel dat we, ongemerkt, ook juist al die ergernissen des levens opzoeken, omhelzen, mits ze die knuffeligheid toelaten… Voorbij een zekere maat van venijn kijken we toch maar liever weg…

We ergeren ons graag aan het tenenkrommende gedoe rond de formatie van het komende kabinet. We willen het niet weten, maar toch…  Dat is het behapbare leed, van een hoog RTL Boulevard niveau… Maar dan lees ik tussendoor ook even een berichtje dat er weer een rapper in Iran ter dood is veroordeeld. Vanwege ‘corruptie op aarde’… Daarmee werd zijn vonnis bezegeld. Het regime daar weet haar woorden met ragfijne precisie te kiezen.  Zij houdt hier op aarde dus de boel goed in de gaten. Okay, cool… Staat wel tegenover dat de leden van de zedenpolitie, die vorig jaar de jonge moeder Jina Amini hebben doodgeslagen, niets in de weg wordt gelegd… Het vergrijp van die rapper ging erover dat hij tegen haar gruwelijke behandeling in opstand was gekomen.

Je kan zeggen: dat is zo ver van mijn bed. Jammer dan. En dat is ook zo. Hoe ver moet het huftergedrag opstomen om werkelijk ons in beweging te krijgen? Laten we eerlijk zijn: Oekraïne is nu al een twijfelgevalletje geworden. Helpen, niet helpen?? Tja… De ene dag wel, de andere dag toch nog maar even niet… Lastig, lastig… Heel lastig!… Tenminste, als we het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden moeten geloven. Ook ver van ons bed? Best wel ja. Maar ja, ons hele veiligheidsdenken draaide de afgelopen 70 jaar wel om de steun van dat Amerika. En als we dat loslaten moeten we eerst Orban en Erdogan warm knuffelen… Klinkt nu al niet fijn… Laat staan als het er echt op aankomt… Dat broze bouwsel, we zijn tot elkaar veroordeeld, lijkt ‘t wel… Wat doen masturberende aapjes het liefst? Als ze hun favoriete hobby even niet bedrijven?  Precies: goed bijhouden wie het met wie doet, en hoe vaak. De weg naar de top, dat ligt best gecompliceerd. Mark Rutte valt wat dat betreft niet echt te benijden.

Hoe dan ook, het knarst en kraakt daar aan alle kanten. We gaan het meemaken.

Hoewel mondiaal, op nationaal niveau, de techniek om de orde te handhaven fabelachtige sprongen heeft gemaakt, heeft de ontwikkeling om het globaal voor elkaar en onszelf wat aangenamer te maken, een wat minder heldere ontwikkeling heeft doorgemaakt.

Ogenschijnlijk lijkt er een stevig Europees front zich af te tekenen tegen het om zich heen meppende militaire geweld aan de oostflank. Er werd de afgelopen jaren wel veel moois gezegd. Maar wat die woorden waard zijn moeten we nog meemaken. We kunnen voorzichtig vaststellen dat het land dat daar het meeste aan geweld heeft moeten incasseren, niet bepaald onder de indruk is van de door ons luid afgeroepen ‘vastberadenheid’. (Beginnend bij de onvoorwaardelijke Europese bijval op het Maidan plein in november 2013).

Voor de doorsnee burger is het al lang niet meer te volgen, maar het komt me voor, dat de internationale politiek wel doordrongen is van de hachelijkheid van het bestaan, de fragiliteit, zoals door John Mearsheimer goed werd verwoord. Kort gezegd dit: Als het misgaat is er geen autoriteit om bij aan te kloppen. Dat was, in terugblik, de story van de Koerden ten aanzien van de destructie, bedreven door de staat Turkije. De Koerden, en Armeniërs. En daar zal het niet bij blijven.

Maar ook de grote jongens in het geheel zijn niet verzekerd  van hun voortbestaan.

Tegenover de rationaliteit van de zelfvernietiging uit doodsnood, staat de kinderlijke drang van grote civilisaties om hun eigen ondergang te omarmen.

Ongeacht de droge, doorberekende opbouw van de defensieve slagkracht van de grotere partijen is daarachter een psychologie van een destructieve drive gaande, verpakt als hoop.

Laat ik het zo zeggen: ervan uitgaande dat de meeste naties bestaan bij gratie van een mythe, is de basis van die mythe toch de ontkenning van haar eigen identiteit, en daarmee de bijl aan de wortel van het eigen voortbestaan.

De meeste nationale mythes zijn verwoord als een godsdienstig, heilig ‘moeten’, verpakt als een diep beleefd, moreel appèl. Die godsdiensten hebben doorgaans een tribaal verheerlijkend karakter.

Tribaal, nationaal of trans-nationaal… al naargelang de omvang van de eigen onmatigheid.

Prima. Tor zo ver dat verhaal. Mij interesseert vooral ‘levenskunst’. Met iedereen wil ik daarover wel het gesprek aangaan. Even dit: In contact met gelovigen stel ik me daarbij doorgaans wel bewust ‘naïef neutraal’ op. Dat wil zeggen: ik kies dan ervoor om mezelf vragend op te stellen, zo van: ‘Goh, hoe dat zo? Waarom denk je dat het zo zit?’, maar vandaag ben ik in een beetje brutale bui, en denk ik: weet je wat, ik gooi een balletje op. Mijn stelling van vandaag is deze:

‘Godsdienst’ verhoudt zich tot ‘serieus zelfonderzoek’ zoals de appendix – je weet wel, dat wormvormig aanhangsel van de dikke darm – zich verhoudt tot de spijsvertering.

Kort gezegd dus dit: ‘t voegt niks toe. En in het ergste geval leidt het tot serieuze complicaties.

Het idee dat je zonder die godsdienstige aansturing een prachtig en diep betekenisvol leven kan inrichten, in zorgzame liefde, dat klinkt voor de meeste gelovigen als regelrecht onbestaanbaar… Helaas. Hoe zou je die kloof kunnen overwinnen?

Ik zei al: mij interesseert ‘levenskunst’, dat wat je zelf van je leven maakt. Bij levenskunst denken de meeste mensen doorgaans aan het opbouwen van life skills als: ‘Plan your act, and act your plan’ en ‘Reinventing yourself’. Maar volgens mij komt het allemaal uiteindelijk toch neer op maar twee dingen 1) Vind dagelijks een reset-moment – Wat voor de één een moment van bezinning inhoudt, een meditatief momentje, voor de ander is het een powernap, ook prima 2) Vind een fundamenteel positieve en liefdevolle houding ten aanzien van je eigen dood. Dus niet een schouderophalende acceptatie van ‘De Dood’ en destructie in algemene zin, maar je eigen sterfelijkheid. Het ‘Niet Weten’, zeg maar. In de Indiase traditie noemen ze dat sjiek: ‘Adwaita’, dat schiet me nu ineens even te binnen, maar in gewoon Hollands heet dat: ’Nu effe niet aan m’n kop zeiken, ja?!’ Nou, als een ‘gelovige’ dat kan opbrengen, dan kunnen we zeker samen door een deur. Zo niet, dan wordt het lastiger, en in het ergste geval heb ik te vrezen dat de gelovige in kwestie voor mij een verkorte inburgering in het Hiernamaals gaat regelen…

Afijn, nog even terug bij die godsdiensten. Je zou denken dat er door de jaren heen een groot onderling respect voor elkaars gevoeligheden zou domineren, maar helaas: nee. Toen het christendom met Bonifatius vaste grond in het gebied van de  heidense lage landen probeerde te krijgen, bestond zijn PR er vooral uit om een plas te doen over die heilige gronden. Eerst ging hij de plekken van verering bij de mensen thuis opzoeken, en daar ging hij vervolgens flink te keer. De altaarstukken werden voor de ogen van de mensen aan gruzels geslagen… Dat zal ze leren!! Dat was de message: ‘Mijn god is zoveel sterker dan de jouwe!’… – wel werd hij in deze noeste arbeid bijgestaan door enkele zwaar bewapende adjudanten, om mogelijk verzet op voorhand in de kiem te smoren, want je weet ‘t maar nooit met die heilige overtuigingskracht, qua wonderlijke werking van ‘de Voorzienigheid’…

Qua ‘zendingswerk’ door de Islam heb ik nu ook even niet echt veel moois te melden.

Het Christendom en de Islam hebben hebben qua scoren op het vlak van onverdraagzaamheid en het verraden van de eigen, gezworen beloftes een grote reputatie hoog te houden. Eén ding is wel waar: behalve het onderlinge bloedvergieten hebben beide partijen vooral in eigen kringen de grootste ellende aangericht. Voor de christenen begon dat in de dertiende eeuw met het warmdraaien op het uitmoorden van de Katharen, en daarna volgden nog miljoenen andere burgers die ook in ongenade waren gevallen.

Ook voor de Islam geldt dat ze vooral de eigen rivaliserende geloofsgenoten heeft te pakken genomen.

Voor de huidige gelovigen waren dat, laat ik het zo zeggen: nog de ‘kinderziektes’, en is de essentie van hun geloof maagdelijk onbevlekt gebleven, maar  – van buitenaf gezien – lijkt het aanzetten tot geweld toch eerder hun ‘signature dish’… Een zekere bescheidenheid van het christendom in onze tijd is, mijns inziens, toch vooral ingegeven door het besef van de groeiende irrelevantie van dat gezag in de ogen van de meerderheid van de bevolking. De andere grote godsdiensten gun ik ook zo’n soort gepaste behandeling. En dat mag, wat mij betreft, ook best leiden tot net zo’n fijne staat van wakker worden in een besef van de eigen onbeduidendheid.

In Turkije echter is toch eerder een omgekeerde dynamiek aan de gang, ten minste als je die staat zelf moet geloven. Turkije – in naam een vitale democratie, maar in de praktijk een doorgeefluik van rattengif. Turkije is, als expansieve macht, naar eigen idee weer prettig in opmars. En is, om die reden alleen al,  superlink bezig. Maar ik vrees dat Turkije pas echt haar diepste aard zal openbaren, wanneer het land in het defensief zal worden gedrongen. Net als Rusland, dat in de huidige tijd zich niet publiekelijk een nederlaag kan permitteren. De psychische gesteldheid van een groot deel van de Turkse bevolking om zich – eenmaal in het nauw gedreven – collectief in een suïcidale eindstrijd te werpen, dat is voor de meeste westerse burgers niet goed voor te stellen, net zo min als we echt kunnen bevatten wat de Russische burgers echt motiveert om een inktzwart plan te omhelzen. Dat wij ons daar geen voorstelling van kunnen maken, dat zet onze mentale verdediging al zwaar op achterstand.

De legitimatie van onderdrukking – hetzij van zichzelf, hetzij van anderen  –, dat heeft doorgaans zijn wortels in een a-historisch soort van  ‘hufter denken’, dat zich boven iedere vorm van kritiek stelt. Met dat heilige gelijk aan haar zijde zal zij het als haar eerste taak zien om iedere kritiek op haar wezen tot zwijgen te brengen. Daarbij moet ik nog de aantekening plaatsen, dat een cultuur die haar heilige inspiratie put uit een moordende roverhoofdman, wat dat betreft wel een streepje voor heeft op de rest.

Dat is volgens mij de voorlopige tussenstand, maar ik zei ‘t al: ik begin geloof ik wel een beetje  knorrig te worden. Mijn excuses. Toch een gevalletje van ‘verlatingsangst’? Give me back my sorrows!

In de tussentijd toch nog iets om weer even bij op te veren:

No Other Woman (OurVinyl Sessions)

P.S. Het eerste grapje was van Rajen Panday

Auteur: Paul Terlunen